Geel uitgeslagen weilanden, droge beken en dode bomen. De laatste drie zomers was het erg droog in Twente. Door ons veranderende klimaat krijgen we steeds vaker te maken met lange periodes van droogte. Maar wat is droogte?
Het verschilt aan wie je het vraagt. Waar boeren vooral spreken over bodemvochtdroogte, spreken hydrologen juist over hydrologische droogte en de weermannen en -vrouwen op tv spreken van een meteorologische droogte.
Meteorologische droogte
Als wij aan droogte denken, wordt er vaak aan meteorologische droogte gedacht. Dit houdt in dat er meer water verdampt, dan dat er aan regen valt. Bomen en planten verdampen allemaal water. Dit tekort tussen de gevallen neerslag en de verdamping van water wordt aangeduid als ‘neerslagtekort’. In Nederland wordt tussen april en oktober het neerslagtekort dagelijks berekend, want in deze periode verdampt de natuur het meeste water; dit wordt het zogenaamde ‘groeiseizoen’ genoemd.
Normaal gesproken beginnen de waterschappen in april bij ‘nul’ met het bijhouden van het neerslagtekort, maar na de laatste zomers is er geen sprake meer van een nulpunt. Aan het begin van de groeiperiode staan we al met één-nul achter, het neerslagtekort is dan al te groot.
Bodemvochtdroogte
Wanneer er sprake is van een te groot neerslagtekort ontstaat er bodemvochtdroogte. Zoals de naam al doet vermoeden is dit het gebrek aan water in de bovenste laag van de bodem. Dit betekent dat planten en bomen geen water meer kunnen opnemen met hun wortels. Bekende voorbeelden zijn de gele, steppeachtige weilanden en bomen die het leven laten. Verdroging van de ondergrond en vegetatie vergroot tevens de kans op natuurbranden. Ook boeren moeten alle zeilen bijzetten om hun gewassen te beschermen. Het besproeien van de akkers is dan noodzakelijk.
Hydrologische droogte
Naast de bovenste laag heeft de droogte ook effect dieper in de grond. Als er in de zomer een langere tijd sprake is van weinig neerslag kan het grondwaterpeil zakken. Dit wordt hydrologische droogte genoemd. Door het zakkende grondwaterpeil vallen beken droog en zakt het waterpeil in rivieren en kanalen. De scheepvaart heeft hier last van, wat weer voor economische schade zorgt. In steden kan een laag grondwaterpeil zorgen voor verzakkingen van woningen. Bijvoorbeeld doordat zogenaamde ‘paalfunderingen’ droog komen te staan, waardoor het hout kan gaan rotten.
Klimaat
Droogte is één van de effecten die de klimaatverandering gaat hebben op ons leefgebied. Het KNMI stelt iedere paar jaar een aantal klimaatscenario's op. In 2014 kwam het weerinstituut met een viertal scenario's. De komende jaren zal het aantal droge perioden verder toenemen. Naast de droogte levert de klimaatverandering ook andere problemen op. Tijdens de zomer zullen er korte maar hevige hoosbuien ontstaan. Al dat overtollige regenwater moet ergens naar toe. Het KNMI verwacht dat in 2050 de gemiddelde temperatuur op jaarbasis oploopt met 1,0 tot 2,3 graden. In 2085 kan dit oplopen tot 3,7 graden.
De meteodienst maakte eerder bekend dat 2020 het warmste jaar ooit in Nederland was. Ook de jaren 2018 en 2019 staan in de top vijf van deze lijst. Ook in Twente is de gemiddelde temperatuur de afgelopen zestig jaar met bijna twee graden gestegen.
Voor de waterschappen vormen deze effecten een grote uitdaging. “Het is een constante puzzel waar we mee te maken hebben”, zegt Bas Worm, adviseur watersystemen bij Waterschap Vechtstromen. Worm en zijn collega's van het waterschap zijn verantwoordelijk voor de waterhuishouding in delen van Overijssel, Drenthe en - een héél klein stukje - Gelderland.
Droog Twente
Nederland staat bekend als een vlak land met veel plekken die onder de zeespiegel liggen. Het oosten van Nederland ligt juist beduidend hoger. “De hoge zandgronden van Nederland zijn vatbaarder voor droogte. Dit zijn bijvoorbeeld gebieden zoals de Achterhoek, Zuid-Limburg, delen van Brabant en natuurlijk Twente.” De hoge zandgronden zijn droogtegevoelig: “De hoogte, de hellingen en de bodemsoort maakt het gebied gevoeliger dan andere gebieden van Nederland”, zegt Worm.
! Het NAP of Normaal Amsterdams Peil is een referentiemeting en staat ongeveer gelijk aan het gemiddelde zeeniveau van de Noordzee. Alle hoogtes in Nederland worden gemeten aan de hand van het NAP. Bijna de helft van Nederland ligt onder dit peil.
Niet alle plekken in Twente zijn even vatbaar voor droogte. Op de vlakkere gebieden van Twente kan er gemakkelijker water aangevoerd worden vanuit de rivieren en kanalen dan bijvoorbeeld bovenop de stuwwal van Enschede en Oldenzaal. Ook is water makkelijker te sturen en op peil te houden in de vlakkere delen van de regio, immers water verplaatst zich altijd naar het laagste punt. De hellende gebieden rondom Oldenzaal en Enschede moeten het daarentegen vooral hebben van regenwater. En daar valt steeds minder van.
Dankzij de extreem droge zomers van de afgelopen jaren is er zelfs nu in februari nog sprake van een neerslagtekort. “Na het groeiseizoen begin je weer met opbouwen. De gewassen gaan van het land en de bomen verliezen hun blad, hierdoor neemt de verdamping van water af.” Normaal gesproken zorgt dit voor een neerslagoverschot in de wintermaanden. In december ligt dit dan rond de 25 millimeter. Maar dat is nu niet het geval: momenteel zitten we met een neerslagtekort van 60 millimeter, terwijl er normaal gesproken sprake is van een gemiddeld neerslagoverschot van 135 mm. Een verschil van maar liefst 200 mm.
Snel water afvoeren
We maken een stapje terug in de geschiedenis, want hoe wij met water omgaan heeft ook effect op de droogte. Vroeger was het landschap te nat. Boeren wilden werken met zwaardere landbouwmachines en wilden niet vast komen te zitten in hun akkers. Bas Worm: “Na de Tweede Wereldoorlog en de ruilverkaveling zijn we als een malle het water gaan afvoeren. Dit werd destijds met de juiste intenties gedaan, maar we zijn daarin doorgeschoten. Hierdoor werd de droogtegevoeligheid van de zandgronden versterkt.” Het klimaat verandert, dus zijn waterschappen bezig met maatregelen om het water langer vast te kunnen houden. Volgens Worm is dat een tijdrovend proces.
! - Ruilverkaveling is het onderling verdelen van separaat liggende stukken landbouwgrond. Dit gebeurde in de 20e eeuw. In die tijd werd de landbouw gemechaniseerd en geïndustrialiseerd. Het overtollige water zorgde bij de landbouwers voor kopzorgen en het water moest zo snel mogelijk worden afgevoerd.
Effecten stad
Hitte en droogte hebben ook hun effect op de steden. In de natuur gaat het vooral over droogte, in de stad gaat vooral om het effect dat de hitte heeft op de leefbaarheid en het stadsklimaat. In steden kan de temperatuur vier graden hoger liggen dan in het buitengebied. Dit heeft te maken met het zogenaamde ‘hitte-eilandeffect'. Bebouwing, bestrating en asfalt houden de warmte vast. Met als gevolg: onaangename warmte overdag en ‘plaknachten’. Dit probleem, ook wel ‘hittestress’ genoemd, wordt verkleind door het realiseren van meer blauw en groen in de steden.
Volgens Worm is het ook belangrijk om te voorkomen dat er na een hevige bui regenwater het riool stroomt: “We willen dat het schone regenwater zoveel mogelijk wordt gescheiden van vuil rioolwater. Dat doen we door middel van afkoppeling. Daarmee voorkom je overbelasting van de rioolzuiveringsinstallaties en tegelijk kun je het schone regenwater laten infiltreren in de bodem.”
! - Afkoppelen is ervoor zorgen dat regenwater niet meer in het riool terechtkomt. Wanneer regenwater in het riool komt mengt het zich met afvalwater. Hierdoor kunnen straten en woningen overstromen. Door het regenwater af te koppelen, wordt het schone water weggevoerd naar wadi's, waterbergingsbassins of naar groenstroken. Het water kan vervolgens infiltreren in de grond en dit zorgt er in droge periodes voor dat de natuur relatief eenvoudig aan water kan komen.
Puzzel
Er is werk aan de winkel voor het waterschap weet Worm: “Het is een hele puzzel. Momenteel staan de stuwen nog op zomerpeil. Daarmee willen we ervoor zorgen dat het water langer wordt vastgehouden. In de zomer is er meer water nodig, omdat planten en bomen meer water nodig hebben.” Normaal gesproken staan rond deze tijd de stuwen op winterpeil. Hierdoor kan tijdens natte perioden het overtollige water worden afgevoerd. Omdat de droogte zich nog niet heeft hersteld, blijven de stuwen op zomerpeil staan.
Toch hebben de stuwen in de hellende gebieden maar een beperkt effect. Worm: “Soms moet je bepaalde waterlopen anders inrichten, door bijvoorbeeld de bodem in de waterloop op te hogen.” Daarnaast investeert het waterschap in het aanpassen en verbeteren van bijvoorbeeld gemalen en pompen. Ook minder vaak maaien van oevers kan al helpen. “Planten en gras aan de oevers geven weerstand en hierdoor stroomt het water minder snel weg.”
Het is niet een puzzel die het waterschap alleen kan oplossen. Volgens Worm is de samenwerking met boeren, terreinbeheerders en gemeenten ook van belang. “Je moet je als boer bijvoorbeeld ook afvragen wat je gaat verbouwen en waarom.”
ZON-project
In de natuur worden allerlei maatregelen genomen. De Twentse bossen, veengebieden en heide worden klimaatbestendig gemaakt. Eén van deze initiatieven is het ZON-project, wat staat voor Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Met het ZON-project worden verschillende natuurgebieden aangepast op klimaatverandering. Zo worden bepaalde slootjes in bossen dichtgegooid of maken boeren hun waterdrainage regelbaar, zodat ze de afvoer van water zelf kunnen bepalen.
- Drainage is het afvoeren van (grond)water
“Het is vooral belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven. Wanneer een bos veel water vasthoudt, heeft dit ook effect op de omgeving. Bij het ophogen van een bodem bestaat er een kans dat het kan overstromen. Je moet goed in kaart brengen wat de eventuele gevolgen zijn. De puzzel gaat veel verder dan alleen het waterbeheer. Het gaat ook om hoe wij met ons landschap omgaan.”
Inwoners van Twente kunnen zelf ook helpen bij het aanpakken van de effecten van klimaatverandering. Het waterschap heeft samen met de Twentse gemeenten een website gelanceerd met tips over het klimaatbestendig maken van je huis en tuin.
Commentaires